Loslaten

Loslaten? Het zit zo. Zoals Dieuwertje al schreef in ‘Vasten hoe doe jij dat?’, hebben we overwogen om in de 40-dagenperiode elke dag een half uur te besteden aan het “ontspullen”: het loslaten van spullen. Uiteindelijk is dat idee het niet geworden, maar het is wel iets wat ons blijft bezighouden. We vinden allebei dat we veel spullen hebben, er komen ook nog eens spullen bij en we hebben beperkte opruimplekken. Kortom, zonder loslaten van spullen zal uiteindelijk het huis overvol raken. Dus proberen we regelmatig onze spullen te filteren op spullen die naar de kringloop of weggeefhoek kunnen en de spullen die we zelf willen bewaren.

Sommige mensen zijn heel goed in het loslaten van spullen… maar ik niet. Veel spullen hebben voor mij nog de potentie voor nuttig gebruik later of ze hebben een emotionele waarde. Spullen uit de eerste categorie van “potentieel nut” zijn bijvoorbeeld informatieve boeken, studieboeken, spellen, muziek CD’s en DVD’s. Zelfs al heb ik ze de afgelopen 10-15 jaar niet aangeraakt dan nog is er een stemmetje die zegt “dat ik het misschien ergens in de toekomst kan gaan gebruiken”. En ik behoud graag die mogelijkheid voor toekomstig gebruik.

Maar ga ik later die spullen echt nog een keer gebruiken? Ga ik nog een keer mijn natuurkunde studieboeken doornemen? Met welk doel? Bezigheidstherapie? Alsnog een Nobelprijs proberen te winnen? Ga ik die DVD’s allemaal nog een keer bekijken? Of die informatieve boeken doorlezen? Het behouden van ‘de mogelijkheid van toekomstig gebruik’ zorgt er helaas ook voor dat al die spullen op mijn ‘to-do’ lijst achterin mijn hoofd blijven staan. 

Ook in het dagelijks leven vind ik het soms moeilijk om los te laten, zo ben ik graag in controle van hoe iets gaat. Ik vind het soms lastig om dingen uit handen te geven, bijvoorbeeld op het werk. Vooral als ik denk dat ik het ook kan. “Delegeren kan je leren”: nou, ik heb dat dan nog niet geleerd. Hoe het komt dat ik ook op dit vlak moeite heb met loslaten? Ehmm, gebrek aan focus in wat ik zelf wél en niet wil doen? Erkenning willen ontvangen voor eigen ideeën en eigen kunnen, en als je iemand anders het laat doen, het idee hebben dat ik dan die erkenning niet ontvang? Of erop kunnen vertrouwen dat de ander het (op zijn/ haar eigen manier) ook goed kan doen?

Ook thuis bij het opvoeden van de kinderen is er nu de fase van loslaten aangebroken. Waar ze als baby nog volledig afhankelijk van je zorgen zijn, kunnen ze nu natuurlijk veel meer zelf. Eerst is er dan de fase dat ze het wel zelf kunnen, maar het nog fijn vinden als je als ouder het doet. Maar daarna is er de fase dat ze juist het zelf willen doen. Soms zijn ze eerder in die fase dan dat ik daar als ouder ze daarin heb losgelaten. Zo was er laatst een studiedag van de basisschool waarbij de kinderen de hele dag vrij waren, maar Dieuwertje en ik allebei op school/ kantoor moesten werken: onze zoon vond het prima om de hele dag alleen thuis te zijn, maar op dat moment was ik daar in eerste instantie nog niet aan toe. 

Loslaten… is dat eigenlijk juist de ander het vertrouwen geven dat het goed komt? Is het dan in plaats van ‘iets bij jezelf weghalen’ eigenlijk juist ‘de ander iets geven’? Zijn dat twee kanten van dezelfde medaille? Waarbij ‘het loslaten’ overeenkomt met de visie van ‘het glas is halfleeg’ en het ‘vertrouwen geven’ overeenkomt met de visie van ‘het glas is halfvol’?

En ik vroeger als kind maar denken dat zodra ik volwassen ben, alle twijfels uit mijn leven zouden verdwijnen… misschien moet ik die illusie ook maar loslaten.