En de golven weken uiteen

Een nachtelijke pelgrimage naar Schiermonnikoog

Afgelopen week pelgrimeerden we op de bodem van de zee met een groep doopsgezinde, remonstrantse en vrijzinnige jongeren over het wad, midden in de nacht. 

We sliepen in de groene kerk van Dokkum, de kerk was ook groen verlicht bij aankomst, omdat de kerk meedeed aan een groene pelgrimstocht langs groene kerken. 

Een groene kerk wordt je wanneer je je als geloofsgemeenschap verbindt met het groene gedachtegoed van de groene kerken beweging. Daarmee verplicht je jezelf om elk jaar een stap in de goede richting te zetten. Door bijvoorbeeld duurzame koffie, wijn en brood in te kopen, groene bloemen uit een pluktuin te halen, bijvoorbeeld zoals de bos bloemen die Jaap Jan plukte voor de groene viering 20 oktober uit zijn eigen tuin en er zijn nog veel meer dingen die we kunnen doen. Een vraag voor in onze ledenvergadering is: Zullen wij ons ook aansluiten bij de groene kerken beweging, net als de DoRe gemeente in Dokkum?

Wij mochten daar dus in die groene kerk gaan slapen. Vlak daarvoor hadden we nog een stevige maaltijd gehad, stamppot boerenkool en baden en zongen we samen in het liturgisch moment. We baden een gebed vanuit de stilte. Daarin deelde iedereen wat die wilde bidden. De een bidde voor verbondenheid met de natuur om ons heen, een ander voor onderlinge verbondenheid, weer een ander bidde voor stilte en voor herstel van de natuur, weer iemand anders bidde voor haar zieke moeder, weer iemand anders voor vrede op heel de wereld. Het was een mooi ontroerend gebed, wat op zichzelf al voor veel verbondenheid zorgde, zoveel mooie verlangens en dankbaarheid kwamen naar voren in de gedachten en gevoelens die we deelden.

We luisterden naar een mooi lied over moeder aarde over een rivier die groeit en bloeit, die teruggaat naar de zee, luister maar.

The river is flowing

We luisterden het hele lied. Nadat dominee Jan een zegenbede had uitgesproken en we een zegenlied hadden gezongen, gingen we slapen.

En daar lagen we dus in die groene kerk, het was inmiddels half twaalf. Twee uurtjes hebben we gerust, want om 1.30 uur ging de wekker. Een heuse ochtendtune klonk, zoals bij de AKC kampen ook klinkt, met mooie meditatieve muziek, zoals dat ene lied dat we net hoorden.

Alle matjes en slaapzakken weer in de rugzakken zodat we om 3.00 uur op de boot zaten van de wadlopersvereniging die ons naar Brakzand bracht. Mooi op tijd waren we bij de boot. Er waren nog veel meer mensen die mee gingen, we gingen met twee groepen van ieder 30 mensen. Wij zaten in de eerste groep en mochten als eerste te water. De man met de peilstok wist ons te vertellen dat het water daar 70 cm diep was. Wij met onze schoenen en blote benen meteen diep het zeewater in, we werden als het ware opnieuw gedoopt.

Ik was blij dat de reis eindelijk was begonnen, want wat stond ons nog meer te wachten? De kop was eraf en inmiddels was het 4.30 uur. 

Het water was niet echt koud en wind was er bijna niet, wel regen en mist. Het was bewolkt, maar toch scheen de volle maan erdoor heen, zodat het niet pikkedonker was, maar er een gloed was van zacht licht.

Geen meteoriet, geen noorderlicht, geen volle maan te zien, maar wel een felblauwe gloed onder onze voeten in het water van de zeevonkalg en een zacht licht in het donker. En we hadden elkaar, want elke keer wanneer we door het slik gingen en we bijna omvielen, hielden we elkaars hand vast en hielpen we elkaar er doorheen te komen, ook door de geulen, die soms wel een meter diep waren. De mosselbanken kraakten onder onze voeten. Wel zielig voor de mosselen, want daarmee vernielden we toch een aantal van hun huizen… 

Verder was er stilte en het geluid van de vogels om ons heen, tureluurs, scholeksters, meeuwen, ganzen en meer. Intieme gesprekken voerden we. We waren met elkaar in gesprek over onze kinderen en over geloven, wat geloof jij eigenlijk, wat is waar? Waar geloof jij nou echt in? Heel verschillend wat we daarop antwoordden, boeiende gesprekken. In het zachte licht dat door de wolken scheen, in de mist liepen we daar. We hadden zo’n vijftig tot honderd meter zicht, meer niet, en ik had het idee dat we in een rondje liepen. We gaven ons over aan de kennis en kunde van de gidsen, vrijwilligers van de wadloopvereniging. We gingen twee keer naar links om de diepe vaargeul te vermijden, zo kwamen we uiteindelijk langszij van het eiland en liepen we de laatste stukken over de zeebodem. De gids vertelde over de enorme hoeveelheid water die iedere twaalf uur verplaatst wordt. Over een paar uur zou de Waddenzee alweer twee en een halve meter diep zijn, nu stond er slechts een klein laagje van hooguit een paar millimeter of centimeter. 

Langzaamaan werd het lichter en begon de dag die wij allang begonnen waren. Rond acht uur mochten we ons schoonspoelen bij de wadlopers spoelplaats op Schiermonnikoog. De enige plek van Schiermonnikoog die ik nog niet kende. Samen liepen we al lachend en grappen makend, over de Veerdam terug naar de boot, die ons weer naar Lauwersoog zou brengen. Een enkeling bleef nog wat langer op het eiland, een warm afscheid volgde. Moe maar voldaan vielen een aantal van ons op de boot in slaap. Anderen zaten nog vol van adrenaline en spraken vol vuur alweer over het volgende avontuur, in een nachtelijk uur of ochtenduur of allebei? Winters kamperen misschien? Ik heb er nu al zin in.

Aly Meijer