Pelgrimsviering

We begonnen deze viering met de kleine en grote bemoedigende woorden uit het boek ‘De reis van de jonge ossenhoeder’ van Regina Linke: ‘Door alles om ons heen aandacht te schenken, leren we begrijpen wat we in wezen zijn’, zei de os terwijl hij over de brug waggelde. ‘En wat is dat dan?’ vroeg de jongen.

‘Onafscheidelijk’, antwoordde de os.

Vervolgens zongen we het lied ‘Mon âme se repose’, beginnend in het frans, omdat we ons bevonden in de Waalse kerk, waar Franstalige protestantse vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden samenkomen sinds 1751.

De eerste tekst was een Bijbeltekst uit Spreuken 25: 15-17 en 27-28

Een heerser laat zich overtuigen door geduld,

kalme woorden breken krachtige tegenstand.

Als je honing hebt gevonden, ga je dan niet te buiten,

anders raakt je maag te vol en moet je braken.

Bezoek een vriend alleen zo nu en dan, anders word je hem te veel en gaat hij je haten.

Overmatig honing eten is niet goed, overmatig eer zoeken al evenmin.

Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht.

We zongen ‘Take, o take me as I am’ o.a. een couplet in het fries, omdat we Nijkleaster in Jorwert, Friesland, schatplichtig zijn tweede tekst met deze vieringen, waar ze deze vieringen al jaren houden.

De was een tekst uit de veertigdagenkalender van Zeist, geschreven door Joris Vercammen: Geduld

’Wandelen vraagt geduld.

Wie snel bij het doel wil arriveren, die

wandelt niet,

die zoekt slechts de snelste weg.

Geduld vertraagt:

is oog hebben voor de weg

en voor wat er te beleven valt,

én voor wie er nog meer op weg is.

Leven als een wandeling,

is aandacht geven aan wat je overkomt

en vooral ‘wie je overkomt’.

Het leven is weerbarstig.

Het anders-zijn van een ander

is een storend obstakel

op de weg naar je eigen doel.

En… zelf ben je dat niet minder voor een ander. Toch?

Waar zouden we zijn

als we niet konden rekenen

op elkaars geduld?

We zouden verdwalen

in onze eenzaamheid.

Geduld is meer dan dulden,

het is verwachten.

Verwachten dat het goed komt,

met de ander, met jezelf.

Ook als het vooropgestelde doel

niet wordt gehaald.

Waarom zou dat trouwens moeten?

Als geduld de kleur van liefde krijgt,

worden we wandelmaatjes,

tochtgenoten.’

Daarna waren we vijf minuten stil.

Na een gebed en nog twee liederen hoorden we de volgende zegenbede:

Tussen vroeger en later,

tussen water en vuur,

tussen hemel en aarde,

zijn wij mens in dit uur.

Niet volmaakt,

niet volkomen,

tussen haast en geduld,

tussen angsten en dromen

tot de tijd is vervuld.

Tussen stilte en stormen,

met wat lukt en mislukt,

zal de aarde ons vormen

tot de vrucht kan geplukt.

Zal de hemel ons voeden,

wordt het minste het meest?

Worden wrangheid en woede

goede vrucht van de Geest?

Tussen wachten en weten,

tussen hier en nog niet,

tussen aarde en hemel

klinkt ons tussentijds lied

Amen.

De kennismakingsvraag tijdens de koffie luidde: Welke vogel hoor je het liefst zingen of geluid maken op andere wijze?

Tijdens de wandeling in Park Sonsbeek was dit de vraag bij de waterval: Bij wie, wat of waar heb jij geduld nodig? En op wiens geduld kun jij rekenen?

We sloten deze genoeglijke ochtend af met een potluck lunch en een gezamenlijk nagesprek. Het werd een interessante uitwisseling over geduld hebben.