Keti Koti Herdenking en Viering

Op zondag 25 juni om 12.15 uur begon de viering van Keti Koti (ketenen verbroken) in de Waalse kerk. Het was de EBG die deze viering organiseerde in samenwerking met de Raad van Kerken. Zr. Ella Dankoor-Piqué verwelkomde iedereen, waarna het koor van koorleider Patricia Paal de dienst voortzette met het lied FREEDOM. Na de gebeden, uitgesproken door voorganger Anita Coenraads van de RK Eusebius Parochie en Patricia Terborg van de EBG, sprak Barbara Esseboom voorzitter van het comité 30 juni – 1 juli Arnhem. Dit comité organiseert het Keti Koti Festival in Arnhem, waarvan deze kerkdienst onderdeel uitmaakt. Barbara hield een indrukwekkende toespraak over de verschrikkingen die, met goedkeuring van de kerk, in fort Elmina plaatsvonden. Wethouder Maurits van de Geijn hield een pleidooi om deze gezamenlijke geschiedenis samen te gedenken en de vrijheid samen te vieren. Hij heeft samen met de burgemeester en het comité een brief naar de regering gestuurd met de oproep om van 1 juli een nationale vrije dag te maken, zodat we in de toekomst samen de afschaffing van de slavernij kunnen vieren. Astrid van Engel hield net als vorig jaar ook weer een hele sterke toespraak. Na muziek van de saxofonist hield predikant, Aly Meijer, ook nog een korte toespraak:

‘Alleen door samen te luisteren naar de verhalen over wat er in die tijd gebeurde en ook wat het voor gevolgen heeft gehad voor de mensen in de tijd erna, kan leiden tot een mogelijk herstel en genezing van de diepe wonden die de slavernij heeft achtergelaten. De kerken en dan met name de kerken met voornamelijk witte mensen erin, zijn te laat begonnen met de erkenning van het leed. Als witte mensen hebben we te weinig in de ogen gekeken, het leed dat door onze voorouders, andere bevolkingsgroepen is aangedaan. Ook doopsgezinden zijn aandeelhouders geweest van de West Indische Compagnie en van de Verenigde Oost Indische Compagnie en hebben zelfs contracten afgesloten over leveringen van tot slaaf gemaakten en werden op die manier ook zelf slavenhandelaren. Ik besef nu dat het slavernijverleden niet alleen het verleden is van de nazaten van tot slaaf gemaakten, maar ook het verleden van degenen die nazaten zijn, van hen die eeuwenlang de gruweldaden en misdaden tegen de mensheid hebben uitgevoerd en hebben ondersteund. We hebben te lang weggekeken en onszelf blind gemaakt of blind laten maken. Ik denk dat er nog veel te verbeteren is in het onderwijs, maar ook in onze kerken. Ik doe hierbij een oproep om beter en vaker luisteren naar de verhalen van tot slaaf gemaakten en te zorgen dat we die verhalen ook vaker laten horen.

De slavernij is als het ware gemaakt tot een voetnoot in onze geschiedenis. Ik vind dat vreemd en schokkend. Bovendien wordt er in de boeken geen representatief beeld gegeven van de mensen met een donkere huidskleur. Deze boeken liggen nog steeds zo in de winkel, zag ik vorige week. 

Beperkte beelden, met vooroordelen over bevolkingsgroepen, zitten ook nog steeds in onze hoofden. Zo vertelde zuster Ella mij dat zij een keer werd aangekeken voor de schoonmaakster ipv de vrouw des huizes, toen zij haar eigen ramen aan het lappen was. De slavernij werkt dus nog steeds door in ons hoofd. Ik hoop dat we daar steeds bewuster van worden en dat we die beelden kunnen veranderen en dat we de vooroordelen steeds meer kunnen loslaten, door ons er eerst van bewust te worden. Vieringen als deze dragen daar aan bij. Ook dragen deze vieringen bij aan onze bewustwording van het feit dat na de wettelijke afschaffing van slavernij, nieuwe vormen tot op de dag van vandaag doorgaan. Ook aan de strijd daartegen hebben we allemaal ons steentje bij te dragen.’

De kerk zat vol met mensen vanuit allerlei kerken: de EBG, de DGA, de PKN Noord en PKN Zuid, de Parkstraatgemeente, de Jansbeek Ekklesia en de Eusebius Parochie en vast nog wel meer kerken. Er werden bij aanvang zelfs nog stoelen van boven gehaald. Zuster Ella hoopte de volgende zondag weer zo’n volle kerk te kunnen verwelkomen en stelde gekscherend al voor om íedere zondag Keti Koti te vieren. Na de dienst wensten we elkaar allemaal een ‘gezegende Manspasi’  wat betekent een gezegende Emancipatie/ Vrijheid (van het Latijnse emancipatio, het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie). Ook waren er nog lekkere hapjes en drankjes ter gelegenheid om met elkaar na te kunnen praten. Het was een genoeglijk en hartverwarmend samenzijn.